Edward Anseele, socialistisch voorman en journalist, werd geboren in 1856 te Gent in het Penitentenstraatje dicht bij de Sint-Jacobskerk. Zijn vader was een ongeletterde schoenmaker, maar zijn moeder was wel “geleerd” zoals men toen zei: zij kon de krant spellen. Hoewel de familie eerder behoorde tot de kleine burgerij dan tot de arbeidersklasse, was ze actief in de prille sociale beweging.
Edward mocht de lessen in de gemeenteschool aan de Onderstraat volgen en daarna tot zijn 17de jaar aan het atheneum Ottogracht. Een dergelijke opleiding was in die tijd voor iemand van eenvoudige afkomst iets heel uitzonderlijks. Hij werd achtereenvolgens telegrambesteller en bediende Al in 1877 was hij een van de bezielers van een socialistisch congres te Gent. Dit werd de definitieve start van een leven van militeren, ageren, organiseren en… regeren en dit gedurende ongeveer een halve eeuw. Anseele werd opsteller en meteen ook letterzetter van een eigen weekblad De Volkswil dat na korte tijd omgeturnd werd tot het dagblad Vooruit (1884). In zijn functie van journalist schreef hij “Voor ’t Volk Geofferd”, een min of meer geromanceerde levensbeschrijving van Emiel Moyson, de “Omwenteling van 1830”, vertalingen onder meer van Zola, en een hele reeks bijdragen in diverse volksuitgaven.
Ondertussen was Anseele ook de spilfiguur geworden van de in 1880 gestichte coöperatieve bakkerij Vooruit. Deze zou de start vormen van een hele trits ondernemingen die op de duur een waar industrieel imperium zouden vormen. Dit werd hét kenmerk van het Gentse socialisme. Het ondernemingenconglomeraat werd met ijzeren hand geregeerd door de kleine en eerder tengere Anseele. Na een veroordeling wegens “muiterij” in 1886 omwille van zijn oproep tot de dienstplichtige soldaten om in geval van inzet bij stakingen “niet op het volk te schieten” en na het uitzitten van een zes maandenlange gevangenisstraf, had hij een aureool van martelaar gekregen en was hij binnen de socialistische beweging zo goed als onaantastbaar geworden. Zijn redevoeringen in het zuiverste Gents waren legendarisch. Vanzelfsprekend ging dit alles niet zonder naijver zowel binnen als buiten de beweging. Toch bleef “Eedje” Anseele de onbetwiste en geliefde leider, ook na het beruchte faillissement na de grote depressie in het Interbellum van de “eigen” Bank van de Arbeid die het einde zou inluiden van het “rode” industriële imperium.
Anseele was lange jaren raadslid en schepen van Gent, waarnemend burgemeester, volksvertegenwoordiger en ten slotte van 1918 tot 1921 minister van openbare werken en van 1925 tot 1927 van Spoorwegen en PTT.
In 1922 liet Edward Anseele in de Baudelostraat een huis (sinds 1970 nr. 95) bouwen rechtover de Baudelohof, terwijl verschillende van zijn medewerkers woningen in de onmiddellijke nabijheid optrokken. Hier stierf hij in 1938.